Al maandenlang zijn we gewend dat er warmterecords bij de vleet worden gebroken. Het was derhalve bijna schrikken toen afgelopen zondagochtend het kwik in De Bilt eventjes tot maar liefst 0.7 graden onder het vriespunt daalde en dat daarmee de eerste officiële vorstdag van dit winterseizoen kon worden opgetekend. Dat neemt niet weg dat ook de eerste tien dagen van december erg zacht zijn verlopen met een gemiddelde temperatuur van 8.6 graden, goed voor een vijfde plaats op de lijst van warmste eerste decemberdecades. De warmste sinds 1901 was die uit 2000, met 9.9 graden gemiddeld. De kans lijkt groot dat we afstevenen naar het warmste jaar sinds het begin van de waarnemingen. Een “gemiddeld” jaar had in de periode 1971 tot en met 2000 een temperatuur van 9.8 graden, het warmterecord staat op 10.9 graden dat stamt uit zowel 1990, 1999 als 2000. Mochten de 21 resterende dagen van dit jaar volstrekt gemiddeld qua temperatuur verlopen, dan komen we dit jaar uit op 11.1 graden. Nu lijkt dat niet te gaan gebeuren. Deze week blijft het sowieso nog (flink) zachter dan de norm, dus de laatste twee weken van dit jaar mogen zelfs nog duidelijk te koud verlopen, zonder het record in gevaar te brengen. Alleen een échte vorstperiode in de twee slotweken van dit jaar zou een nieuw warmterecord nog kunnen verhinderen, maar ook als we ver in de glazen bol kijken, is daar geen zicht op. Hoogstens wordt het licht winters, maar of zelfs dat er echt van komt, is nog behoorlijk onzeker.
We zullen dit nu bijna verstreken jaar eens op een andere manier bekijken en dat doen we door middel van de graaddagen. Wat is dat? Van iedere dag kan men bepalen wat de gemiddelde temperatuur was gedurende de periode van 1971 tot en met 2000. Voor gisteren (10 december) was dat bijvoorbeeld 4.3 graden, terwijl het dit jaar 3.5 graden is geworden. Ten opzichte van de norm komen we aldus 0.8 graden te kort, oftewel -0.8 graaddag. De overige negen decemberdagen verliepen echter iets tot véél te zacht, zodat we in totaal in de eerste decemberdecade 43.7 graaddagen in de plus scoorden. Tot dusver is december dus bijna 4.4 graden per dag gemiddeld te zacht verlopen, wat we in de inleiding op dit verhaal al hebben aangestipt. In termen van “te koud” en “te zacht” zullen we nu dit hele, bijna verstreken jaar bezien en opvallend daarbij is dat het niet alleen warmte was die de klok sloeg. Lange tijd leek het er namelijk op dat het helemaal geen warm jaar zou worden. De winter mocht dan niet vorstrijk zijn, zachte dagen kwamen niet voor. De lentemaand maart verliep lange tijd zelfs bitterkoud en vormde wat dat betreft min of meer een herhaling van het jaar hiervoor. In graaddagen uitgedrukt was maart dan ook de maand met de grootste negatieve afwijking ten opzichte van de norm met een score van -57.5. De één na koudste maand was januari met -40.3 graadddagen. Al met al werd er zo een behoorlijk tekort opgebouwd dat het grootst was geworden op 24 maart met -133.9 graaddagen. Tot die datum was het jaar dus 1.6 graden per dag te koud verlopen. Daarna werden de bordjes verhangen, maar het duurde toch nog tot 18 juni alvorens de graaddagen voor het eerst in de plus kwamen. Tot en met 17 juni, toch bijna het halve jaar, was 2006 qua temperatuur dus kouder dan gemiddeld verlopen! Na de warme tot hete zomer en de recordwarme herfst, hebben de graaddagen inmiddels een indrukwekkende positieve score opgebouwd van 490.6. Op basis van deze al bereikte stand, alsmede van de verwachtte temperaturen van de komende week kunnen we dus al met bijna aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid concluderen dat dit jaar recordwarm zal finishen. Na 24 maart hebben we dit jaar dus maar liefst 624.5 graaddagen bijeengesprokkeld, oftewel 2.4 graden per dag gemiddeld. De warmste maand in dat opzicht was juli met 152.7 graaddagen, maar ook september en oktober wisten meer dan honderd graaddagen te vergaren en waren dus gemiddeld meer dan drie volle graden te warm. Zo bekeken was de koudste dag van dit jaar 12 maart, die 7.7 graden kouder was dan de norm en de warmste dag 19 juli die 9.7 graden warmer dan de norm was, geldig voor die dag. Van de 334 dagen die sinds 1 januari zijn verstreken waren er 203 (61%, meer dan een half jaar) warmer dan de norm en slechts 125 (37%) kouder. De rest (6 dagen) kwamen precies op de norm uit, maar eigenlijk is het eerlijker om te zeggen dat 59 dagen wat dat betreft “normaal” verliepen, deze waren namelijk minder dan één graad te koud of te warm. Het aantal dagen dat minstens één graad warmer was dan de norm is dit jaar dus ongeveer twee maal zo groot als de groep die minstens één graad kouder was. Als het warm was, dan was het ook vaak érg warm, terwijl de “te koude” dagen vaker maar iets te koud waren en maar zelden “erg koud”. Dat zien we vooral als we kijken naar de dagen die tenminste zes graden afweken van de norm. Maar liefst 40 dagen waren dit jaar 6 graden of meer te warm, oftewel bijna zes weken lang als ze achter elkaar zouden zijn opgetreden! Daar staan slechts een zielige 3 dagen tegenover die tenminste 6 graden te koud waren. Op die manier hoeven we ook niet verbaasd te zijn dat dit jaar als geheel als wellicht recordwarm in de klimaatboeken zal verdwijnen, ondanks het feit dat het er lange tijd op leek dat 2006 misschien wel normaal tot koud zou worden… Bron: Meteo Consult |